Wat is het faseprobleem en wat doe je eraan?
Als je voor het eerst met het faseprobleem te maken krijgt, heb je waarschijnlijk geen idee wat er aan de hand is. Want als geluidsgolven tegen elkaar in bewegen, hoor je… helemaal niks.
Nog even over geluidsgolven
Voordat we in het faseprobleem duiken, kijken we nog heel even naar de achtergrond. Geluid beweegt zich voort in golven. Lange golven veroorzaken lage tonen, en korte, snelle golfjes veroorzaken hoge tonen. De pieken en dalen zijn in principe precies even groot: als je in het midden van de golf een denkbeeldige nullijn legt, is de piek boven de lijn precies even groot als het dal eronder. De top en het dal zijn de twee fases van een geluidsgolf.
Nu gaan we een denkbeeldig experiment doen. Als je een stukje audio kopieert en op een tweede track onder je eerste legt, versterken de golven elkaar. Ze gaan exact tegelijk omhoog en naar beneden:
Dit is een kennisbankartikel van NAP1. Wij maken podcasts in opdracht.
Wat is het faseprobleem?
Maar nu keren we bewust de fase van track 2 om. Zolang je nu alleen track 2 afspeelt, is er geen enkel probleem. Waar de golf eerst omhoogging, gaat die nu omlaag en andersom, maar dat levert – voor jou oren – hetzelfde geluid op. Het probleem ontstaat als je de twee tracks tegelijkertijd afspeelt. Dan bewegen de golven tegen elkaar in: het golfje van track 1 gaat omhoog, terwijl het golfje van track 2 omlaaggaat. Dit is een faseprobleem: track 1 zit in de omhoogfase, terwijl track 2 in de omlaagfase zit. Dan gebeurt er iets heel bijzonders: je hoort helemaal niks. De golfjes versterken elkaar niet meer, ze heffen elkaar op. Het geluid is ‘uit fase’ en je krijgt stilte.
Hoe ontstaat een faseprobleem?
Het faseprobleem ontstaat bijna altijd per ongeluk. Dat kan onder andere gebeuren als je met stereo werkt. Een voorbeeld. We hebben zelf een keer een stereo-opname gemaakt op het strand, die we wilden verbreden met een plug-in. Je zet dan het linkerdeel van het geluid iets meer naar links en het rechterdeel iets meer naar rechts. In feite ‘verminder’ je dan het middengedeelte en versterk je de zijgedeelten. Als je dat effect te ver doorduwt, gaat dat in stereo nog wel goed, al klinkt het soms wat wonderlijk. Wie in mono luistert, for whatever reason, krijgt stilte. Want de som van links en rechts wordt nul. We zijn het probleem ook weleens tegengekomen bij iemand die met een mid-side microfoon had opgenomen en die later in de montage het stereobeeld wilde verbreden.
Controleer of je een faseprobleem hebt
Ga je rommelen met stereo-plug-ins, check dan na afloop altijd even hoe het in mono klinkt. Onze montagesoftware Reaper heeft in de masterfader een mono-knopje. Als je dat indrukt, hoor je of wat je in het stereobeeld doet, nog steeds werkt in mono.
Hoe los je een faseprobleem op?
Trek het stereobeeld iets minder breed. Of keer de fase om van de track waar het over gaat. In Reaper kun je dat doen met een heel klein knopje in de tracksettings. Als je daarop klikt, draaien de golfjes om. De golven die omhoog gingen moeten nu omlaag en andersom. Zo los je het probleem meestal meteen op. Als je dus merkt dat je geluid erg zacht of stil is, of dat je veel laag geluid mist, denk dan aan het faseprobleem en kijk eens of je het probleem kunt oplossen door de fase van de track om te draaien.
Liever luisteren dan lezen? Check onze kennisbankpodcast!
© NAP1 Podcasts. De tekst op deze pagina valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel 4.0 Internationaal-licentie. Wanneer je gebruik wilt maken van dit werk, doe dit altijd met een terugverwijzing middels een link naar deze pagina.
0 reacties