Podcastkennisbank
Afdrukken

Tips voor het gebruik van je podcastmicrofoon

Je kunt nog zo’n mooie microfoon hebben, als je ‘m niet goed gebruikt, haal je er niet het maximale uit. Twee belangrijke tips hebben we eigenlijk al besproken: zet altijd een koptelefoon op tijdens de opnames, dan kun je horen wat je doet, en zorg dat je de juiste microfoon voor de opnamesituatie gebruikt. Maar dan nu: hoe gebruik je die microfoon?

Twee mannen voeren een gesprek in microfoons. Op de achtergrond een Zeeuws dijklandschap.
Podcastopnames ‘op afstand’ in Zeeland. De interviewer houdt de recorder vast en spreekt in de microfoon die op de recorder zit. De gast staat twee meter verderop en spreekt in een microfoon die op een statief staat. Beide microfoons zijn voorzien van een dead cat tegen invloeden van de wind. Met dank aan Vince Kaandorp. Foto: Peter van Veelen.

Opnemen op locatie

We gaan er even vanuit dat je een dynamische microfoon meeneemt als je een gesprek op locatie gaat opnemen. Dan zijn dit onze basistips:

  • Hou ongeveer een vuistlengte afstand tussen de mond van de spreker en de bovenkant van de microfoon.
  • Zoek goed uit wát de bovenkant van de microfoon is. Het zijn er niet veel, maar er bestaan dynamische microfoons waarbij je tegen de zijkant moet praten. (Meestal is het gewoon de bovenkant).
  • Zet op zijn minst een plopkap van schuim op je microfoon, maar op een buitenlocatie met wind nog liever een dead cat – zo’n pluizige bol. Zoom en RØDE verkopen ze bijvoorbeeld.

Dit is een kennisbankartikel van NAP1. Wij maken podcasts in opdracht.

Voorkom handling noise

Handling noise is het woord voor alle geluiden die je zelf produceert door de microfoon of het opnameapparaat aan te raken. Als je de microfoon bijvoorbeeld van jouw mond naar die van de geïnterviewde beweegt, verschuift je hand weleens of tikt er een kabeltje tegen de microfoon. Zulke geluiden wil je voorkomen. Sommige opnameapparaten hebben zelf al een soort demping. De Zoom H6 heeft bijvoorbeeld een rubberen buitenkant.

Je kunt ook een losse microfoon aansluiten. Als je dat doet – hou die altijd tussen de toppen van je vingers en je duim. Klem er geen hele vuist omheen. Een andere manier: niet één, maar twee microfoons gebruiken. Spreek zelf bijvoorbeeld in de microfoon op je opnameapparaat en gebruik een losse microfoon voor je gast. Die microfoon kun je ook op een statief zetten. Zo hoef je de microfoon niet heen en weer te bewegen tussen jouw mond en die van je gast. (‘Lepelen’ noemen we dat in radiomakersjargon). Zo’n statief is ook handig als je, in coronatijd, afstand moet houden. Klein nadeel van zo’n statief: sommige gasten hebben de neiging om achteruit te stappen, maar regisseer ze en hou ze op een vuistlengte afstand van de microfoon!

Om handling noise tijdens het lopen te voorkomen, kun je je recorder ook nog voorzien van een handvat en een shockmount. Dan hou je de recorder dus niet direct in je hand, maar middels een systeempje dat het doorgeven van ‘handelingsgeluiden’ moet tegengaan..

Omgevingsgeluid opnemen

Omgevingsgeluid kun je opnemen met een omnidirectionele microfoon – dan neem je je gesprek en het omgevingsgeluid tegelijkertijd op, in één track. Een andere optie is het omgevingsgeluid achteraf apart opnemen. Ambiance of general noise noemen we dat. Zelf gebruiken we de stereomicrofoon van ons opnameapparaat, de H5. Dat is een XY-paartje, met twee condensatormicrofoontjes in een kruisopstelling.

Een audio-recorder staat tussen grote stenen geklemd aan de rand van een rivier. Hier en daar een rietstengel.
General noise opnemen met een Zoom H5, aan de Waaloever in de buurt van het veer Vuren-Brakel. Onder de dead cat zit zit de X-Y condenser, een stereomicrofoon die meegeleverd werd met de H5. Foto: Hajo Magré.
Het geluid dat we opnamen toen bovenstaande foto werd gemaakt. Als je dit met oortjes in luistert, hoor je het stereobeeld.

Ze zijn ontzettend windgevoelig en ook erg gevoelig voor handling noise. Zet het opnameapparaat dus op de grond, op een bankje, tafel of statief en raak het niet meer aan. Gebruik een dead cat tegen de wind. Neem vervolgens ongeveer vijf minuten achtergrondgeluid op. Vijf minuten is lang en je hoort iedere beweging van bijvoorbeeld je kleding terug. Dus je moet óf stokstijf stil blijven staan óf even honderd meter weglopen, anders verpruts je de opname alsnog.

Opnemen van talkshows

Eerder zijn we al uitgebreid ingegaan op statieven. Bij talkshowpodcasts gebruiken we bij NAP1 het liefst vloerstatieven. Daarbij kiezen we meestal voor dynamische microfoons, om zo min mogelijk ruimte-akoestiek op te pikken. Gasten moeten een vuistlengte afstand houden tot de microfoon. Als host moet je er dus op letten dat ze dat ook echt doen, én dat je het zelf ook blijft doen. Lastiger dan je denkt, als je ook op de inhoud moet letten! Gasten krijgen meestal ook een koptelefoon op, zodat ze het zelf horen als ze te veel achteroverleunen en het geluid te zacht wordt.

Positie van de gasten bij een talkshowpodcast

Let erop dat niemand met z’n rug voor een glazen wand zit, want dan krijg je vervelende reflecties. Zet de sprekers liefst niet te dicht bij elkaar, want dan komen de microfoons ook dicht bij elkaar. Dan gaat microfoon A ook geluid oppikken van spreker B, en dat geeft een hol geluid. Dat noemen we bleed. Je kunt bleed voorkomen door mensen iets verder uit elkaar te zetten. Maak de afstand ook weer niet te groot; dan is het geen gezellig gesprek meer.

Opnemen van voice-overs

Heb je een dynamische microfoon voor het opnemen van voice-overs, zorg ook dan weer voor een vuistlengte afstand tot de microfoon. Gebruik je een condensatormicrofoon – wat in deze situatie een goede optie kan zijn! – dan moet je er wat verder vanaf gaan zitten: hou ongeveer de afstand aan van het puntje van je duim tot het puntje van je pink als je je hand helemaal spreidt. Condensatormicrofoons zijn gevoeliger voor details, en het is dus belangrijk dat je smakgeluiden en p’s en b’s, de plosives, voorkomt.

Plosives en smakken voorkomen in een opname

Over bijgeluiden gesproken – ook met een dynamische microfoon kun je daar last van hebben. Een paar tips:

  • Drink genoeg gedurende de dag, maar neem geen slokje in de seconde voordat voordat je gaat inspreken.
  • Sommige mensen zweren hierbij, maar anderen doet het niets: eet een appel of neem een stukje kauwgom. Experimenteer!
  • Ga iets verder van de microfoon zitten.
  • Probeer een heel klein beetje off-axis op te nemen. Dan praat je dus niet recht van voren in de microfoon, maar een heel klein beetje schuin. Of je draait de microfoon 10 tot 15 graden en praat er iets ‘langs’.
  • Gebruik in plaats van een plopkap of dead cat een popfilter: zo’n rond stalen cirkeltje met een soort panty ertussen. Zet die ook een centimeter of tien van de microfoon af.
Een popfilter geplaatst voor een condensatormicrofoon.
Een condensatormicrofoon met een popfilter ervoor, ter voorkoming van plosives en mondgeluiden. Foto: Kate Oseen.

De sleutel ligt in experimenteren. Je kunt dit eigenlijk alleen maar onder de knie krijgen door heel veel opnames te maken en die heel kritisch terug te luisteren. De kunst is om je dat microfoongebruik zo eigen te maken dat je het moeiteloos kunt toepassen, terwijl je in je hoofd bezig bent met de inhoud van je podcast.

Liever luisteren dan lezen? Check onze kennisbankpodcast!

© NAP1 Podcasts. De tekst op deze pagina valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel 4.0 Internationaal-licentie. Wanneer je gebruik wilt maken van dit werk, doe dit altijd met een terugverwijzing middels een link naar deze pagina.

0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

In dit artikel: